Ga direct naar inhoud

Zandloopkever

Zie zijn tropisch groene dekschildjes eens schitteren in de zon. En zie hem eens rennen over het zand vanuit zijn zelfgegraven holletje: de groene zandloopkever. Een geboren sprinter die ook kan vliegen. Lees hier alles over de groene sprinter: herkenning, leefwijze, verspreiding en bescherming.

Groene zandloopkever

Supersnelle jager

Het kan je zomaar overkomen; ingehaald worden door een groene zandloopkever. Met een topsnelheid van dik 8 km per uur stuift hij zelfs stevige doorstappers eenvoudig voorbij. Ongekend snel voor een dier met zo’n bescheiden lijfje van 1 tot 2 cm. Met zijn sprietachtige antennes detecteert de loopkever obstakels onderweg. Daar loopt hij makkelijk langs of overheen.

Ogen

Zandloopkevers jagen op zicht en beschikken daarvoor over goed ontwikkelde ogen. Op topsnelheid wordt het ze echter te wazig. Dan stoppen ze even en reageren ze op bewegende prooidieren op een afstand van 20 tot 30 cm. Die worden met een bliksemsnelle eindspurt gegrepen.

Op de vleugels

Het loopwerk wisselt de groene zandloopkever regelmatig af met een stukje vliegen naar het volgende jachtgebied. Daarvoor beschikt hij over vier vleugels: twee verharde voorvleugels (dekschilden) en twee kwetsbare achtervleugels. Als hij niet vliegt, worden die onder de voorvleugels gevouwen. In drie laagjes, want de achtervleugels zijn een stuk groter dan de voorvleugels.

Eten en gegeten worden

Als roofzuchtige insecten spelen groene zandloopkevers hun eigen rol in de natuur. Zo houden ze de aantallen mieren in toom, die zowel bij volwassen dieren als de larven op het menu staan. Prooidieren pakt de groene zandloopkever met twee grote gele grijpkaken die als knipmessen heen en weer bewegen. Daarna bijt de kever zijn prooi (andere insecten) in stukken. De vertering van het voedsel gebeurt uitwendig. Op hun beurt moeten de kevers uitkijken voor vijanden zoals vogels, roofvliegen en libellen.

Voortplanting

Zandloopkevers zijn het actiefst in mei wanneer de voortplanting plaatsvindt. Na de paring legt het vrouwtje haar eitjes ongeveer één centimeter diep in het zand (soms wel tot 20 cm diepte en dat verhoogt in droge zomers hun overlevingskansen enorm). Daar komen een week of vier later larven uit. 

Larven

In het begin is de larve slechts enkele millimeters groot, maar tijdens het doorlopen van zijn drie stadia groeit de wormachtige larve snel. Al die tijd verblijven ze in een loodrecht holletje. Vandaaruit grijpen ze prooien met hun kaken. Hun blikveld is groot; net als volwassen zandloopkevers jagen ze op zicht. Omhoog kruipen doen ze met behulp van een steunorgaan op de rug.

Verpopping

Na overwintering als larve begint de verpopping in mei of begin van de zomer. De larve transformeert zich in de pop van wormachtig wezen tot gevleugeld insect. Na een jaar is de kever dus volwassen. Zandloopkevers jagen op zicht en beschikken daarvoor over goed ontwikkelde ogen. Op topsnelheid wordt het ze echter te wazig. Dan stoppen ze even en reageren ze op bewegende prooidieren op een afstand van 20 tot 30 cm. Die worden met een bliksemsnelle eindspurt gegrepen.

Zandloopkever

Spot de groene zandloopkever

Zandloopkevers kun je overal op onze binnenlandse zandgronden tegenkomen, op open, zonnige plekken. Vaak op zandpaden op de hei, in het bos en in de duinen. 

Vooral op warme dagen zie je ze voor je op het pad wegrennen. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de kevers rennen en vliegen. Het valt dan niet mee om ze goed te bekijken. Voordat je het weet zijn ze alweer weg. Probeer voorzichtig wat dichterbij te komen en pak anders een verrekijker om ze van een afstandje te bekijken.

Ook het minder opvallende familielid, de bastaardzandloopkever, kun je tegenkomen op het zandpad. Kijk hier hoe hij over het zand racet en prooien vangt: