Vorig jaar spotten we al de kleine ijsvogelvlinder in Duivelshof. Een ideaal gebied voor deze vlinder. Ze voelen zich thuis op heidevelden, bij poelen en in struiken die langzaam overgaan in de bosrand. Dit jaar kwamen we deze zwart-witte fladderaar ook tegen in Krabbeveld en Roderveld.
De laatste weken verzetten de vrijwilligers veel werk om de heide op het Krabbeveld in ere te herstellen. Een bijzonder heideperceel in De Snippert, tussen Losser en Oldenzaal.
We brachten de flora in kaart voor Linderzijde, een verzameling gebieden in NO-Twente en omvat de gebieden Haagse Bos, Snippert, Galgenven, Lindermaten en IJsbaan Losser. Houtwallen, lanen, oude boerderijen, weides, akkers en beekjes zijn waardevolle elementen voor een coulissenlandschap. Deze zijn dan ook nog in ruime mate aanwezig in de gebieden.
Juist als we soms niets doen, gebeurt er van alles! Dat geldt ook voor het Haagse Bos, een deel van Linderzijde. Vroeger was dit een echt productiebos met rechte rijen bomen, bestemd voor houtproductie. Nu is het een natuurlijker bos waar dood hout blijft staan of liggen en waar de bosbodem in het voorjaar door bloemen vrolijk kleurt.
Linderzijde is de verzamelnaam voor de gebieden De Tip, Galgenven, Lindermaten, Haagse Bos en Snippert. In 2020 voerden we hier een complete telling uit van dagvlinders en sprinkhanen. Samen met eerdere tellingen hebben we nu een compleet beeld. Gelukkig troffen we bijzondere soorten aan.
Wie overdag in het bos wandelt zal ze niet gauw tegenkomen. Kleine roofdieren zoals de boommarter, steenmarter en bunzing zijn pas na de schemering actief. De zoogdiervereniging deed onderzoek en plaatste een wildcamera in onze gebieden. Ze hoopten een bunzing aan te treffen. Helaas lukte dat niet. Andere bosdieren poseerden wel even voor de camera.
Hoe verklaren we de naam Haagse bos in Twente. We legden de vraag naar bij de cultuurhistorische vereniging. En mocht je al denken dat het iets met Den Haag te maken heeft, niets is minder waar.
In Twente zijn er verschillende groepen vrijwilligers die ‘monitoren’. Deze groepen ‘tellers’ helpen ons om de bewoners in onze gebieden in kaart te brengen. Meestal gaan ze jaarlijks op pad en tellen dezelfde route op ongeveer dezelfde tijd onder dezelfde weeromstandigheden. Door elke keer onder dezelfde condities te tellen krijgen we een goed beeld over toename of afname van bepaalde dier- en plantensoorten.
Als helicopters vliegen ze rond. Je treft ze vaak aan in natte gebieden en vraagt je misschien ook wel eens af wat de functie van een libelle is in de natuur. Wij gaan jaarlijks op zoektocht langs favoriete locaties om te kijken hoe het met ze gaat. Ook afgelopen week gingen we op pad.