Ga direct naar inhoud
Nieuws

Meer dan 100 soorten wilde bijen op Planken Wambuis

27 juli 2022 | Sebastiaan Vermeulen

De ene bij is de andere niet. Inmiddels zijn er 370 verschillende bijen vastgesteld in Nederland, volgens EIS Kenniscentrum Insecten. Ze verschillen in de periode dat je ze ziet vliegen. Hun vliegperiode is kort. En het merendeel staat op de Rode Lijst. In 2021 zijn 100 soorten wilde bijen op Planken Wambuis en Reijerscamp aangetroffen, acht meer dan in 2013. Wat is het verhaal over deze boeiende insecten? Wat maakt ze kwetsbaar? Waarom zijn het goede indicatoren voor je biodiversiteit? En waar kun je ze in een wandeling zelf bekijken?

Pluimvoetbij Planken Wambuis

Over 2013 en 2021 samen zijn 117 soorten uit het gebied bekend, stelde Ecologica B.V. - die de onderzoeken in beide jaren uitvoerde - vast. Sinds 2013 zijn 23 Rode Lijstsoorten in het gebied gevonden. Bedreigde nieuwkomers die zijn aangetroffen en passen in het landschap van Planken Wambuis zijn: stomptandwespbij en geelgespoorde houtmetselbij.

Ook op nationaal en West-Europees niveau is Planken Wambuis van belang voor het aantal bijensoorten van stuifzand, zandige droge schraalgraslanden en zomen - overgangen naar bos of struweel. Vaak met tot de verbeelding sprekende namen als: kortsprietgroefbij, dubbeldoornwespbij en matglanswespbij.

Bijen, een onderbelichte soortgroep

“Bijen is een onderbelichte soortgroep”, zegt boswachter Ellen ter Stege. “Onderzoek valt helaas niet – zoals bij vlinders, libellen en sprinkhanen - onder subsidie. Als we iets meer willen weten over bijen in onze natuurgebieden, dan moeten we dat als organisatie zelf bekostigen. En daar is natuurlijk lang niet altijd geld voor. Wat maakt dat je niet van alle natuurgebieden even veel weet over deze soort. Terwijl het een hele goede indicatorsoort is voor de biodiversiteit in je natuurgebied. Daarom is het juist ook zo bijzonder dat we dit onderzoek en in 2013 en dan in 2021 opnieuw hebben gedaan.

Het hele spectrum aan bijen in je gebied, wat is daarvan aanwezig? Dat wil je gewoon graag weten! Zijn er soorten die vooruit of achteruit gaan? Worden er nieuwe soorten waargenomen? Nu is het voor bijen niet zo moeilijk om rode lijstsoorten te vinden. Want meer dan 50 % van de wilde bijen staan op de Rode Lijst voor bedreigde soorten. Dat zegt natuurlijk ook wel iets over in welke mate wilde bijen bedreigd zijn. Het gegeven dat er nu meer dan 100 verschillende wilde bijen zijn vastgesteld op Planken Wambuis, dat is toch een mijlpaal!”

kleine roetbij Planken Wambuis

Kleine roetbij in klein streepzaad – roetbijen wentelen zich in het stuifmeel van lintbloemen zodat ze over het hele lichaam bedekt raken met stuifmeel.

Heb je zonder honingbij geen bestuivers?

“Dat je zonder honigbij geen bestuiving meer zou hebben, dat zou een soort van verdraaiing zijn”, legt Ellen uit. “Want er zijn ook veel andere wilde bijen – 370 minus de honingbij - maar ook zweefvliegen die voor bestuiving zorgen. De bestuiversgroep die bestaat uit: zweefvliegen, bijen, hommels – wat eigenlijk ook een soort bijen zijn – en vlinders. Dus die worden bij elkaar de bestuivers genoemd.” Daarnaast wordt de honingbij vertroetelt door de mens, die wordt gevoerd om de winter door te komen, enzovoorts. Daardoor kan de honingbij natuurlijk ook gewoon goed overleven.

Grijze zandbij Planken Wambuis

Grijze zandbij – superspecialist die alleen stuifmeel verzamelen op wilgen. Vliegen daarom alleen van begin maart tot half mei.

Concurrentie van de honingbij

Ellen: “De concurrentie van de honingbij, is iets waar mensen zich gewoon vaak niet bewust van zijn. Er is natuurlijk ook vaak veel aandacht voor in de media, over dat het niet goed gaat met de honingbij. Waardoor allerlei mensen zijn gaan imkeren, en dus overal honingbijen rondvliegen. En die concurreren natuurlijk gewoon met de wilde bijen.

Zo ontmoette ik laatst iemand die imker is geworden vanuit het verhaal dat het slecht gaat met de bijen. En al doende tot de conclusie kwam dat honingbijen houden niet een antwoord is op de biodiversiteit. Maar dat dit eigenlijk een eenzijdig verhaal is over het bestuiven van onze voedselgewassen.” De honingbij is ook niet wild in Nederland, die hoort echt veel zuidelijker in Europa thuis.

aardhommelgroep Planken Wambuis

Aardhommelgroep – deze sociaal levende soortgroep omvat niet alleen de ‘echte’ aardhommel, maar ook veldhommel, wilgenhommel en grote veldhommel. Alleen een specialist kan ze onderscheiden.

“Het is natuurlijk ook niet onbelangrijk. Maar de aandacht is vaak wel eenzijdig op die honingbijen gericht. Terwijl dat een soort is die in Nederland niet thuis hoort en die wel de biodiversiteit van onze populatie wilde bijen bedreigd. We hebben ook best lang vanuit cultuurhistorisch oogpunt bijenkasten op Planken Wambuis gehad. Maar voor het behoud van onze wilde bijen is het heel goed dat we er voor gekozen hebben om in dit natuurgebied geen bijenkasten meer te plaatsen.”

Wat hebben wilde bijen nodig om te overleven?

“Wilde bijen daarentegen, die stellen hele specifieke eisen. Er zijn soorten die heel specifiek op een bepaalde soort plant zitten”, vervolgt Ellen. “Er zijn er ook een heleboel die wel op veel meer verschillende bloemen komen, om zich met nectar te voeden – de suikerbron die nodig is om te vliegen, nest te bouwen en voedsel te verzamelen. Maar die wilde bijen hebben in elk geval daarnaast leefomstandigheden nodig als: open zand, bloemen die stuifmeel bieden – eiwitbron voor de larve om te groeien -, soms ook bijvoorbeeld dood hout. En dat moet dan allemaal binnen een beperkte afstand aanwezig zijn.”

bloedbij Planken Wambuis

Bloedbij – een koekoeksbij, deze bijen missen de speciale beharing voor vervoer van stuifmeel en parasiteren op groefbijen.

Een honingbij die vliegt gemakkelijk 2 km om ergens te komen. Desnoods nog wel 5 km. Maar die wilde bijen, die hebben vaak maar een bereik van een paar honderd meter. Dus daar komt het er veel specifieker op aan, dat aan alle voorwaarden voldaan kan worden. Want zo’n wilde bij, die leeft een groot deel van zijn leven als larf. En als larf stelt die natuurlijk hele andere eisen. Je hebt bijvoorbeeld larven die in braamstengels zitten of larven die in dood hout zitten. Of die zit in de grond, zoals zandbijtjes.

Ellen: “Je bent geneigd om te kijken naar of je wel genoeg bloemetjes hebt. Maar dat is dus niet genoeg! En dat maakt het dat het voor die wilde bijen veel moeilijker is om te overleven dan voor een honingbij die door zijn imker wel zo vertroetelt wordt dat de larven het overleven en dat ze de winter doorkomen. Eigenlijk zijn honingbijen gewoon gehouden huisdieren.”

Onderzoek gevarieerde natuur Planken Wambuis

Het onderzoek in 2021 naar wilde bijen op Planken Wambuis is, zoals ook in 2013, uitgevoerd over de verschillende leefgebieden in dit natuurgebied: droge schrale graslanden, droge heide, stuifzand, bossen, bosranden en matig voedselrijke grasland. In de droge schrale graslanden zijn hier, net als in 2013, de hoogste diversiteit aan wilde bijen aangetroffen. Ook het aantal Rode Lijstsoorten ligt hier het hoogst. Ze vormen het leefgebied van de meest zeldzame en bedreigde bijensoorten in het gebied. Karakteristieke topsoorten hier zijn: kleine bandgroefbij, kortsprietgroefbij, dubbeldoornbij en donkere zomerzandbij.

gewone kegelbij Planken Wambuis

Gewone kegelbij – een koekoeksbij die parasiteert op behangersbijen. Het aantal vondsten van deze bij is de laatste jaren sterk afgenomen.

Reijerscamp en ecoduct

Veel nieuwe soorten zijn aangetroffen in het voor het eerst onderzochte deelgebied Reijerscamp en het ecoduct over de A12. Het leverde een aantal niet bedreigde soorten op, als gewone kegelbij en goudpootzandbij en een aantal Rode Lijstsoorten als kauwende metselbij, slanke kegelbij en weidemaskerbij. Ellen: “De snelle ontwikkeling van een voormalig landbouwgebied als Reijerscamp naar natuur en hoeveel waarde dat nu al heeft voor wilde bijen. Dat vond ik heel opvallend! Kansrijk voor wilde bijen op ander plekken.”

Belangrijke voedselplanten

Van vroege bloeiers in het voorjaar met meidoorn en wilg tot late bloeiers in de nazomer. Een klein aantal bloemplanten zijn als voedselbron op Planken Wambuis van bovengemiddeld belang: gele lintbloemen, struikheide, blauwe bosbes, zandblauwtje en vlinderbloemigen. Waarbij de blauwe bosbes duidelijk te lijden heeft gehad van de droogte in de jaren 2018, 2019 en 2020. De zeldzame bosgroefbij, een soort van bosbesrijke bossen, is in 2021 niet meer teruggevonden.

bandgroefbij op muizenoor Planken Wambuis

Bandgroefbij op muizenoor – solitaire bij die haar nest, soms in kleine groepjes, in de grond graaft. Algemene soort met relatief lange vliegtijd. Half april vliegen soms de eerste vrouwtjes al uit hun winterverblijf.

Minder bloeiende bramen en wilgen gezien

Opmerkelijk is de indruk dat er minder bloeiende bramen en wilgen zijn gezien ten opzichte van het onderzoek in 2013. “Daar moeten we echt wel even aandacht voor hebben, kijken hoe dat zou kunnen en of we daar in het beheer iets kunnen veranderen.”, zegt Ellen. Het aantal grazers – Spaanse runderen, New Forest pony’s en edelherten - is ten opzichte van 2013 in ieder geval afgenomen. Deels door natuurlijk verloop. Of speelt hier ook een indirect gevolg van de drie droge jaren. Waardoor er minder gras te eten was en de grazers meer bramen en wilgen zijn gaan eten?

De braam bloeit veel later dan de sleedoorn en de meidoorn. En staat op andere plekken. “Die bloeiende bramen staan natuurlijk ook echt in bosranden en bossen. En is voor andere bijtjes dan weer belangrijker, bijvoorbeeld de bijtjes die hun eitjes in dood hout leggen”, vervolgt Ellen.

“We hebben op Planken Wambuis allerlei rasters staan om te zorgen voor meer loofhout in het gebied. Gaat het daar vanzelf goed de bramen? Of toch nog extra braam inplanten, omdat het zo’n belangrijke plant is. Wilgen staan standaard in ons aanplantlijstje. In de stukken waar nu lariksen dood gaan, en we gaan daar soorten inplanten? Dan planten we daar tegenwoordig altijd boswilgen in.”

zwart-rosse zandbij Planken Wambuis

Zwarte-rosse zandbij - vroeg in het voorjaar vliegende zandbij op bloeiende wilg, soms al eind februari.

Waarin verschillen de sociale bijen van de solitaire bijen?

Het grote verschil is dat de honingbij een sociaal dier is. En dat geldt ook voor hommels. Die leven dus ook in groepen met koningin, werksters en darren. Ze hebben een verdeling van de taken en daarmee hebben ze ook een hele andere levenswijze dan de solitaire wilde bijen. Die, zo de naam al zegt, solitair leven. Ellen: “Voor de bevruchting heb je hier natuurlijk nog steeds een mannetje nodig. En je heb ook wel plekken waar heel veel solitair levende wilde bijen bij elkaar zitten. Denk bijvoorbeeld aan een stijlwandje in een heideveld, waar bijvoorbeeld allerlei zandbijtjes een holletje maken. Allemaal bij elkaar in de buurt. Maar allemaal leven ze solitair. Het is niet zo dat ze voor elkaar broed zorgen.”

pluimvoetbij Planken Wambuis

Pluimvoetbij – graaft nesten in zanderige grond, tussen stenen en bestrating. De pluimen, de lange haartjes, dienen als hulpmiddel om zand weg te graven en stuifmeel te vervoeren.

Gespecialiseerde bijen

Sommige bijensoorten verzamelen voor hun broed stuifmeel van verschillende soorten bloemen. Maar er zijn ook soorten die uitsluitend de bloemen van één of enkele nauw verwante bloemsoorten bezoeken. Hiervoor moet de bloei van die voorkeursplant tegelijk samenvallen met de korte vliegtijd van die betreffende wilde bij. Wat de relatie extra gevoelig maakt voor verstoring, als de bloeitijd van deze voorkeursplanten verschuift. Voorbeelden van deze bloemgespecialiseerde bijen zijn: de bosbesbij, de paardenbloembij en de kruiskruidzandbij.

kruiskruidzandbij Planken Wambuis

Kruiskruidzandbij – bij met late vliegtijd van eind juni tot half september op lintbloemen als gewoon biggenkruid en Jacobskruiskruid.

En dan heb je nog koekoeksbijen

Je hebt dus solitaire wilde bijen die wel zelf stuifmeel verzamelen, waarmee de larve gevoed worden. En je hebt de koekoeksbijen, die kunnen dat niet. Die kruipen gewoon in een nestje van een ander, om daar hun eitjes te leggen. Zodat deze larven via andere wilde bijen stuifmeel krijgen. Vaak wordt de larve van de betreffende wilde bij eerst door de koekoeksbij gedood. En daarnaast zijn veel koekoeksbijen zelfs afhankelijk van slechts één gastheer, soms is de keuze breder.

Zo is de dubbeldoornwespbij een koekoeksbij van de paardenbloembij. En zijn op Planken Wambuis op plekken met bloeiende bosbes naast de bosbesbij, ook de bijbehorende koekoeksbij - sierlijke wespbij – aangetroffen.

Wat kun je zelf doen voor de wilde bijen?

Wilde bijen hebben naast nectar en stuifmeel op korte afstand ook nestgelegenheid nodig. Dat kan een bijenhotel zijn, maar zandbijen leggen voor hun broed de eitjes in open zand. Dus een kaal stukje zand op een zonnige plek kan heel welkom zijn voor verschillende soorten wilde bijen die hun nest in de grond hebben. Bekijk de tuintips van boswachter Mathiska, en maak zo van je tuin een bijenparadijs.

akkerhommel Planken Wambuis

Akkerhommel - geen kieskeurige eter. Bezoekt fruitbomen en bloeiende planten in je tuin.

Zelf wilde bijen spotten op Planken Wambuis?

Benieuwd en wil je zelf eens wilde bijen bekijken op Planken Wambuis? Wandelroute Planken Wambuis, vlak bij Ede: op het open veld - nadat je de Oud Reemsterlaan na punt 1 heb verlaten - heb je grote kans om ze zelf aan het werk te zien. Wilde bijen op zoek naar nectar en het stuifmeel voor de larven. Kijk ook naar gaatjes in op het zandpad waarop je loopt. Goede kans dat je wilde zandbijen uit zo’n gaatje ziet kruipen.

Wandelroute Planken Wambuis

Afslag wandelroute naar open veld, gezien vanaf Oud Reemsterlaan.

Boswachter Marie-Thérèse te Bulte
Sebastiaan Vermeulen