De Loonse en Drunense Duinen staan bekend om het stuifzand. Voor 1850 zou deze wandelroute ook door het stuifzand zijn gegaan. Vandaag de dag ligt hier echter bos, maar wel een stuk bos met een verhaal. Over hakhout, varens, hulst en muziek.
Praktisch
De route is met bruine pijltjes gemarkeerd.
Honden mogen mee, mits aangelijnd.
Het pad is voor het grootste deel onverhard. Trek dus stevige schoenen aan!
Horeca vind je bij de parkeerplaats (start- en eindpunt).
De route start vanaf het parkeerterrein bij de Natuurpoort van Loon.
Brabantse Natuurpoorten zijn startpunten voor een fiets- of wandeltocht door de Brabantse natuur. Ze zijn gelegen aan natuurgebieden, hebben een horecapunt, zijn startpunt voor fiets- en wandelroutes, er is parkeergelegenheid en je vindt er informatie over de natuur en routes. De poorten zijn te herkennen aan een vier meter hoge sleutel.
2. Dassen
In de Loonse en Drunense Duinen woonden rond 1900 volgens de Dassenwerkgroep Brabant ongeveer zestig dassen in zeventien burchten. Jacht, opkomende welvaart en sterk groeiende bevolking waren een grote bedreiging voor de dassen. In de Loonse en Drunense Duinen zijn in de jaren 20 van de vorige eeuw de laatste dassen geschoten of uitgegraven. Na meer dan 80 jaar van afwezigheid is de das in 1999 succesvol geherintroduceerd. Tussen 1999 en 2004 zijn in totaal 21 dassen uitgezet. En met resultaat: in 2021 leefden zo’n 140 dassen in en rond de duinen. De kans dat je tijdens jouw wandeling een das ziet is klein, want de das is een nachtdier. Maar: let goed op, want de das laat wel vele sporen achter. Zo kun je zomaar loopsporen, eetsporen en dassenpoep op je route tegenkomen! De das graaft kleine putjes van zo’n 10 tot 15 cm diep om zijn uitwerpselen in te deponeren. De poep is zwart, donkergroen, vast en worstvormig tot bruin, geen en dik vloeibaar tot vormloos. Afhankelijk van wat de das heeft gegeten.
3. Reeën
Aan de bosranden van de weilanden waar je op uitkijkt, heb je een grote kans om tijdens schemering reeën te spotten. De bosrand is favoriet, omdat zowel voedsel als dekking vlakbij is. In het open terrein vinden ze kruiden, grassen en landbouwgewassen en de bosrand biedt scheuten, bladeren en knoppen van bomen en struiken. In het bos kunnen ze bovendien dekking zoeken, rusten en herkauwen. Reeën rusten en herkauwen overdag in de dekking. Verspreid over de dag zoeken ze een aantal korte perioden naar voedsel, maar vooral in de schemer.
