Standpunt van Natuurmonumenten over groot wild
Natuurmonumenten wil bewegingsvrijheid voor grote wilde dieren. Geen kuddes achter hekken, maar natuurlijke leefgebieden waar reeën, herten en zwijnen vrij kunnen bewegen. Ecoducten en verbindingszones helpen daarbij.
Probleem
Wij zien het liefst dat populaties herten en zwijnen zich volledig natuurlijk kunnen ontwikkelen. Dat is echter niet overal mogelijk vanwege de risico’s op verkeersongevallen en schade aan de landbouw.
Standpunt
In Nederland vindt afschot van wilde dieren plaats om schade te voorkomen. De provincie bepaalt het aantal dieren dat moet worden afgeschoten. Natuurmonumenten hanteert al sinds 1979 het nee,tenzij-principe: dieren worden niet gedood, tenzij de risico’s voor de verkeersveiligheid te groot zijn, schade aan landbouwgewassen niet anders te voorkomen is en beschermde planten en dieren in het geding zijn. Wij vinden dat grondgebruikers eerst alles moeten doen om schade te voorkomen, bijvoorbeeld door het plaatsen van hekken. Pas als ze alle preventieve maatregelen hebben geprobeerd, is afschot een optie.
Wij vinden dat dieren een intrinsieke waarde hebben, dat wil zeggen dat ze waarde hebben om zichzelf zonder dat ze ten goede komen aan mensen of menselijke activiteiten. Om die reden vinden we jagen voor het plezier van de mens niet toelaatbaar. In onze gebieden zetten we zelf jagers in; dat zijn boswachters of jagers van buiten die ons beleid respecteren.
Agenda wilde dieren
Maar liefst 40.000 natuurliefhebbers hebben bij een achterbanraadpleging onze Groot Wild Enquête ingevuld. De uitslag helpt ons bij beslissingen die we moeten nemen. Voeren we dieren bij als er in de winter voedselgebrek is? Zijn er andere mogelijkheden bij schade en overlast dan schieten? Onze achterban wil dat we alles op alles zetten om het schieten van dieren te voorkomen.
Op basis van de uitkomsten en onze ervaring en kennis hebben we de Agenda Wilde Dieren. We richten ons specifiek op herten, wilde zwijnen en reeën. We vinden dat er in enkele grote gebieden in ons land ruimte moet komen voor natuurlijke ontwikkeling van populaties. Mensen moeten de kans krijgen om wilde dieren te zien. Wanneer er sprake is van schade en overlast zoeken we met maatwerk per gebied naar een oplossing. Daarbij geldt: eerst niet-dodelijke maatregelen voor afschot een optie is.