Geef onderdak aan zwaluwen en huismussen
Is je tuin niet groter dan hij is en wil je toch meer dieren onderdak bieden? Dan is er goed nieuws. Kijk eens omhoog! Onder je dak is nog plek. Boswachter Mathiska vertelt in deze tuintip hoe je zwaluwen en andere dakbewoners kunt helpen.
Vraag het gratis Vogelhuispakket aan en ontvang Mathiska's tips en bouwtekening in je mailbox
Veel vogels zien gebouwen en steden als een mooie rotspartij waar zij veilig kunnen broeden.
Broedplekken verdwijnen
Oudere gebouwen hebben vaak nog daken met kierende dakpannen, schoorstenen en vele hoekjes en gaten. Hier komen veel gierzwaluwen, spreeuwen, huismussen en zwarte roodstaarten op af. Zij maken graag hun nest in de holtes onder je dak. Maar dit soort plekken verdwijnen. Veel oude dakpannen worden vervangen door nieuwe dakpannen. Moderne dakpannen worden in één mal gemaakt waardoor ze perfect op elkaar passen. Maar met de kieren verdwijnen ook de broedplekken voor zwaluwen en huismussen. Hoe kun je ze helpen?
Gierzwaluwen
Eind april komen de gierzwaluwen weer terug naar Nederland. Het zijn echte luchtacrobaten. Alleen om te broeden komen ze naar beneden. Zo handig als ze in de lucht zijn, zo stuntelig zijn ze op het land. Hun poten zijn aangepast op het leven in de lucht. Daar zijn ze heer en meester. Maar op het land is een heel ander verhaal. Gierzwaluwen kunnen niet op hun poten staan, maar wel prima aan een steile wand hangen. Daarom broeden ze in Nederland het liefst onder een dakpannen zodat ze meteen weg kunnen vliegen. Je kunt ze helpen door speciale nestpannen of -stenen te plaatsen. Dat zijn dakpannen met een vliegopening zodat ze onder de pannen kunnen komen. Gierzwaluwen zijn echte koloniebroeders. Plaats dus liever meerdere nestpannen op je dak. Je kunt onder de dakrand ook zelf een nestkastje timmeren voor de gierzwaluw.
Broedperiode: één legsel van mei tot juni.
Huiszwaluwen
Heb je een iets overhangende dakrand, dan kun je hier nestkasten ophangen voor huiszwaluwen. Ze lijken op boerenzwaluwen, maar hebben een minder diep gevorkte staart en witte keel. In hun vlucht zijn ze gemakkelijk te herkennen aan de witte servetring om hun lijf. Huiszwaluwen broeden in de natuur onder overhangende rotsen, maar een dakrand voldoet ook zolang het er maar droog is. Het nest wordt namelijk van leem gebouwd en dit kan niet tegen water. Je kunt ze helpen door een klein plankje of spijker in het hout te slaan. Dat kan dan als beginnetje dienen van het nest. Bedenk van tevoren waar je geen last van ze hebt. Ze poepen nogal, dus plaats het liefst boven een stuk border. Dan heb je gelijk gratis mest! Het is wel belangrijk dat er in de buurt water en leem of klei te vinden is. Anders kunnen ze hun nestjes niet maken. Is dat er niet, dan kun je ook een paar kant en klare nesten ophangen. Net als de gierzwaluw eten ze per dag honderden vliegen en insecten, prima buren dus.
Broedperiode: één of twee legsels van half mei tot augustus.
Huismus
Het aantal huismussen is in de laatste decennia enorm afgenomen. Een van de oorzaken is dat er steeds minder plekken zijn waar ze onder de dakpannen hun nest kunnen bouwen. Hang daarom speciale nestkasten voor mussen op. Bijvoorbeeld een mussenflat, waar ze gezellig bij elkaar broeden. Als je een nestkast ophangt, zorg dan ook voor een veilige aanvliegroute. Een kastje aan een kale schutting gaat waarschijnlijk niet werken. Een vogel strijkt graag eerst op een veilige plek neer, kijkt even goed om zich heen en vliegt daarna pas door naar het nest. Laat daarom een klimop of klimhortensia over je schutting groeien. Daar kunnen vogels zich mooi in verstoppen voor een sperwer. Zorg ook voor voldoende mussenvoer in je tuin, want ver weg vliegen doen ze niet. Mussen houden van zaden, bessen en bloemknoppen. Hun jongen voeren ze vooral met insecten. Plant dus bloeiende planten en bessendragende struiken en maak wat rommelhoekjes waar ze lekker rond kunnen scharrelen.
Broedperiode: meerdere legsels van april tot augustus
Scholeksters
Heb je een plat dak dan kunnen daar weer andere vogels van profiteren. Zeker als het om een groot aaneengesloten plat dak gaat, zoals bij een flat. Scholeksters kiezen steeds vaker daken in de stad als broedgebied. Van huis uit zijn het vooral weide- en wadvogels. Hun nest is niet meer dan een kuiltje in de grond, het liefst met stenen. Laten platte daken daar nu vol mee liggen. De vogel kiest zelf een dak uit waar hij wil broeden, maar je kunt ze wel een beetje helpen. Jonge vogels gaan aan de wandel en het grootste gevaar is dat ze dan in de regenpijp vallen. Plaats daarom een bladvanger op de afvoer zodat het water wel weg kan stromen maar de jonkies niet. Hun voedsel halen scholeksters op grasveldjes in de buurt. Deze worden soms te vaak gemaaid waardoor de grond uitdroogt, bloemen sterven en er geen insect meer te vinden is. Beter is om minder vaak te maaien. Je kunt overleggen met de gemeente overleggen of zij dit minder vaak willen doen. Mocht je een scholekster op je dak hebben, meld hem dan aan bij www.scholeksteropjedak.nl.
Broedperiode: één legsel van half april tot juni.
Ook andere vogels ontdekken de mogelijkheden van het platte dak. Zo kom je er tegenwoordig ook het visdiefje tegen. Dit sterntje broedt normaal op kiezelstrandjes, maar die zijn er steeds minder of worden overlopen door wandelaars. Ook kleine plevieren beginnen het dak te ontdekken.
Meer planten en dieren in je tuin?
Vraag het gratis Vogelhuispakket aan en ontvang Mathiska's tips en bouwtekening in je mailbox
- Bekijk hier alle tuintips van boswachter Mathiska
- Volg Natuurmonumenten op Instagram @Natuurmonumenten