Column stadsboswachter Maurice Kruk: Alles over niets
Stadsboswachter Maurice Kruk werkt aan de Noordrand van Rotterdam, op het Rotterdams platteland en bij Melkschuur Zuidpolder. Samen met de vrijwilligers van Natuurmonumenten onderhoudt hij hier de oer-Hollandse poldernatuur. Of laat hij natuurliefhebbers tijdens een wandeling vanaf Rotterdam CS zien dat natuur overal is, ook in de stad!
Alles over niets
In een vorige baan had ik een directeur die niet erg tevreden was over het feit dat ik over veel onderwerpen wel enige kennis had, maar niet van één onderwerp een overduidelijk expert was. Een specialist is iemand die veel weet van weinig. In tegenstelling tot een generalist, die weinig weet van veel. Volgens mijn voormalige leidinggevende kon je maar beter een specialist zijn in een bepaald vakgebied. Dat zou immers betekenen dat opdrachtgevers dan al vrij snel in de rij staan, omdat je immers over een unieke expertise beschikt. Hij was dan ook econoom en geen bioloog.
Ook in de natuur vinden we immers zogenaamde specialisten en generalisten. Een generalist is een plant- of diersoort die in uiteenlopende leefomgevingen kan worden aangetroffen. Een specialist daarentegen is een soort met een zogenaamde smalle ‘ecologische amplitude’ (het traject tussen de tolerantiegrenzen van een organisme voor een bepaalde milieugradiënt). Het voordeel is dat je als specialist een plekje inneemt waar je relatief maar weinig concurrentie hebt van anderen die minder uit de voeten kunnen met de gegeven specifieke omstandigheden. Dat is zeker een voordeel.
Nadeel is er echter ook. Specifieke omstandigheden zijn relatief zeldzaam. En als de omstandigheden veranderen, kan een specialist zich maar slecht of zelfs helemaal niet aanpassen en dus handhaven. Stel je bent een vogel die alleen maar larven van een bepaald soort mieren eet, die andere diersoorten niet eten. Als het aantal mieren van die soort dan afneemt, krijg je het stukken moeilijker dan een soort die ook leeft van andere soorten prooien. Specialisten komen daarom hoofdzakelijk voor in climaxecosystemen, waar over het algemeen niet zo heel veel verandert. Generalisten die over aanpassingsvermogen beschikken, komen daarentegen vooral voor in snel veranderende pionierbiotopen. In een dynamische omgeving waarin flexibiliteit, pioniersmentaliteit en aanpassingsvermogen wordt gevraagd, kun je zo beschouwd dus maar beter een generalist zijn.
Meer stadsboswachter Maurice?
Voor een dagelijks kijkje achter de schermen, prachtige foto's of het laatste nieuws kun je boswachter Maurice volgen op Twitter!
Of kijk hier voor de eerdere columns van stadsboswachter Maurice >>