Van kostenpost naar nuttige grondstof
Jaarlijks verdwijnen duizenden tonnen maaisel uit natuurgebieden in de compostering. Een grote kostenpost voor natuurorganisaties zonder dat een potentieel waardevolle grondstof wordt benut. Hoe waardevol? Dat zoeken verschillende natuurorganisaties, kennisinstellingen en bedrijven uit in het Europese Interreg project GrasGoed. Zij zoeken innovatieve en duurzame oplossingen voor de ‘resten’ die uit het natuurbeheer komen. Een van de kansrijke oplossingen is het inzetten van maaisel als grondstof voor een natuurlijke isolatiemat.
Wie geniet er niet van de kruidenrijke graslanden en bloemrijke akkers in het voorjaar en de zomer? Maar onbekend is dat juist die variatie aan bloemen en planten voor problemen zorgen na het maaien. Boswachter Jan Quik bij Natuurmonumenten: “De natuur floreert hier in het Vlijmens Ven. Daar zijn we ontzettend blij mee. Maar die variatie is minder goed voor de portemonnee. Het maaisel is vaak niet geschikt voor veevoer. De koeien eten het niet vanwege de structuur en de grote diversiteit aan plantensoorten. En het maaisel is te ‘houtig’, waardoor het ook voor andere producten niet geschikt is. Het maaisel wordt daarom nu vooral afgevoerd voor compostering. Maar dat kost natuurbeheerders jaarlijks veel geld.”
Van natuurgebied naar isolatiemateriaal
Met het oog op technologische ontwikkelingen moet dat toch anders kunnen, dachten natuurorganisaties uit Nederland en België, onder wie Natuurmonumenten. Samen met bedrijven en kennisinstellingen zoeken zij sinds 2016 via verschillende sporen naar alternatieve verwerkingsmethoden. Dit doen zij in het Europese Interreg-project GrasGoed. Een alternatief is nu gevonden: maaisel als isolatiemat. De eerste matten worden zelfs al gebruikt voor een nieuw kantoor van Natuurmonumenten in Hedel.
Natuurmaaisel kan niet van het veld af direct als grondstof gebruikt worden. Wanneer het maaiseizoen begint, kunnen er in korte tijd honderden tonnen maaisel uit de natuurgebieden komen. Dit maaisel moet om het te kunnen bewaren zo snel mogelijk ingepakt worden. Ofwel ingeseald als pak, zoals je ze wel eens als reusachtige damstenen in het veld ziet staan of op locatie ingekuild. Een van de partners in GrasGoed, NewFoss, verwerkt de grote partijen natuurmaaisel.
Rob Kwinten (NewFoss): “We verwerken 100% van het geconserveerde gras tot nieuwe grondstoffen. Eerst ontdoen we het van de verontreiniging die meekomt, zoals zand en zwerfafval. Het geconserveerde gras wordt vervolgens met superscherpe messen fijngesneden in stukjes van 1 tot 5 cm. Via een microbiologisch proces, weet NewFoss de waardevolle stoffen eruit te halen, zoals suikers, eiwitten en mineralen. Een deel daarvan wordt omgezet tot energie, waardoor het proces in de fabriek energieneutraal kan plaatsvinden.” De vezels die overblijven, die worden gebruikt voor de isolatiematten.
Kwinten: “Gramitherm is een Zwitserse partij die nu al isolatiematten maakt van hennep en vlas. We zijn druk bezig om nu marktpartijen te vinden die de van gras gemaakte matten gaan gebruiken, voornamelijk in de houtskeletbouw. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Je draagt op meerdere manieren bij aan een duurzame oplossing. Het natuurmaaisel wordt veel nuttiger gebruikt en we beschikken er elk jaar over. Bovendien hebben we geen nieuwe gronden nodig om de grondstoffen te verbouwen. Er is geen extra (landbouw)grond nodig. Hier kun je dus voedsel blijven verbouwen. Voor andere biobased matten, zoals van hennep en vlas wordt wel landbouwgrond gebruikt. Natuurmaaisel verandert zo van een restproduct naar een grondstof.”
Interreg-project GrasGoed
Interreg Vlaanderen-Nederland subsidieert grensoverschrijdende projecten voor slimme, groene en inclusieve groei. Het wordt gefinancierd vanuit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het project ontvangt daarnaast een belangrijke subsidie van de provincie Antwerpen alsook provincie Noord-Brabant. Zie ook: http://www.grensregio.eu/