Ga direct naar inhoud

Natuurherstel Verdronken Land van Zuid-Beveland

Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat gaan samen de getijdenatuur in de Oosterschelde herstellen door een deel van het Verdronken land van Zuid-Beveland op te hogen met baggerslib. De slikken en zandplaten behouden er daardoor hun functie als voedselgebied voor watervogels. Zonder ingrijpen verdwijnt het namelijk onder water door zandhonger. Het baggerslib dat hiervoor wordt gebruikt komt vrij bij het op diepte brengen van de vaargeul van de Zandkreek. Onderhoudsbaggerwerk wordt op deze manier slim gecombineerd met natuurherstel.

Suppletie locatie Verdronken Land

In oktober en november 2021 pleegt Rijkswaterstaat onderhoud aan de Zandkreekgeul, een zijtak van de Oosterschelde tussen Noord- en Zuid-Beveland. De vaargeul van de Zandkreek is in de loop der jaren sterk verzand. Hierdoor kan het voorkomen dat passerende beroepsvaart in aanraking komt met de bodem.  Daar wordt 125.000 m3 gebaggerd om de vaargeul weer terug op diepte te brengen. Met ongeveer de helft van het baggerslib wordt een oppervlakte van zo’n 15 hectare ongeveer 50 centimeter opgehoogd. De andere helft wordt, zoals dat normaliter gebeurt, verspreid in een diepe put in de Oosterschelde. De baggerwerkzaamheden in de Zandkreekgeul zijn onderdeel van de grote onderhoudsopgave die Rijkswaterstaat de komende jaren uitvoert.

Samen werken

Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat werken al jaren samen om de effecten van zandhonger tegen te gaan. In eerdere projecten, zoals de suppletie Roggenplaat, leerden we steeds beter hoe we slim met sediment kunnen omgaan. Dat heeft er onder andere toe geleidt dat we baggerwerk in de Zandkreekgeul combineren met het ophogen van slikken bij het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Door het opgebaggerde slib slim in te zetten voor het ophogen, werken we gelijk aan broodnodig natuurherstel. Het is voor het eerst dat Rijkswaterstaat deze techniek toepast in de Oosterschelde.

Natuurherstel Oosterschelde

Platen en slikken in de Oosterschelde zijn voor vogels een belangrijke bron van voedsel, zij voeden zich er dankzij het rijke bodemleven met onder andere wormen, schelp- en schaaldieren. Door de aanleg van de Oosterscheldekering is de stroming minder sterk geworden waardoor er geen natuurlijke opbouw meer is van slikken en zandplaten. Dit wordt ook wel zandhonger genoemd. De voedselgebieden voor vogels verdwijnen hierdoor langzaam onder water. Boswachter Natuurmonumenten Paul Begijn: ‘Door platen en slikken op te hogen blijven ze behouden voor de toekomst. Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten zetten zich al langere tijd in voor het ophogen van slikken en platen omdat deze cruciaal zijn voor de natuur. Zo hebben we vorig jaar de Roggenplaat opgehoogd.’

Rosse gruttos

Dankzij de suppletie van de Roggenplaat blijft de functie van wegrestaurant behouden en kunnen vogels als de rosse grutto en wulp er aanschuiven tijdens laag tij.

Kennis en innovatie

Wageningen Marine Research (WMR), Deltares, Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en HZ University of Applied Sciences (HZ) onderzochten of het mogelijk was om het baggersediment uit de Zandkreekgeul te gebruiken om de effecten van zandhonger te verminderen. De uitkomst was positief. Ook hebben zij modelstudies uitgevoerd naar de meest kansrijke locatie en hoe het ontwerp eruit zou kunnen zien. Door de uitvoering van dit project wordt voor het eerst ervaring opgedaan met het suppleren van gebaggerd slibrijk sediment in de Oosterschelde. Het combineren van de baggerwerkzaamheden met herstel van het intergetijdengebied draagt bij aan kennisontwikkeling en maakt nieuwe mogelijkheden zichtbaar voor toekomstig sedimentbeheer.

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid

  • Haven Rattekaai