Ga direct naar inhoud
Nieuws

Ook natuurvriendelijke boer vraagt perspectief van de overheid

20 september 2022 | dr. Adam van der Velden Msc

Het sluiten van kringlopen en ruimte geven aan natuur op het boerenland, dat is de toekomst van de landbouw in Nederland. Boeren Arie van den Berg en zoon Bas uit Midden-Delfland, pachters van Natuurmonumenten, laten zien dat het kan. Al vragen ook zij om een duidelijk perspectief van de overheid.

Bas en Arie van den Berg

Korte kringloop

De strenge eisen die aan het predicaat ‘biologisch’ zijn verbonden, maken het werken niet altijd makkelijk. “De hele keten moet biologisch zijn, dus als we een koe kopen, moet dat ook van een biologische boer zijn en dat geldt ook voor het voer. “Veel veehouders halen voer bij Heineken, het bierbostel. Maar omdat die brouwerij geen biologische granen gebruikt, is dat voor ons geen optie.” Het voer voor de 90 koeien die ze melken komt van eigen land, de mest rijden ze ook op eigen land weer uit. Een mooie korte kringloop dus. “We hebben daarvoor wel moeten toewerken naar een type koe dat voldoende heeft aan meer van dit gras en daardoor weinig krachtvoer, uiteraard van biologische bestanddelen, nodig heeft. Die geven iets minder melk en meer dan 90 koeien kunnen we hier niet houden. Maar daarmee redden we het nu prima”, aldus Arie.



Weinig stikstof

Het nieuwe stikstofbeleid van de overheid zorgt echter ook bij Bas en Arie voor onzekerheid . “Op basis van die eerste kaart waarop stikstofreductie per gebied stond aangegeven, zijn wij een beetje gaan rekenen en kwamen erop uit dat we nog 35 à 40 koeien overhouden. Dat is niet te doen”, zegt Arie. Inmiddels lijkt het kabinet meer maatwerk te willen leveren en oog te hebben voor boeren die al goed bezig zijn. En dat geldt voor Arie en Bas, zien we als we bij de aangepaste stal komen. Geen hypermoderne stal met automatische mestscheiders, maar een moderne variant van de ouderwetse potstal. “Zoals je ziet nu zonder koeien”, zegt Arie als hij samen met Bas in de lege kuil van de stal staat. “Die lopen bij ons in de zomer lekker buiten en halen daar zelf hun voedsel. In de winter staan ze hier, met op de grond natuurmaaisel. De ontlasting vermengt met het maaisel geeft heel goede ruige mest, die we over het land uitrijden. Ruige mest is goed voor het bodemleven en voor weidevogels. En doordat poep en plas niet samenkomen, zoals in een gewone roosterstal, ontstaat er ook geen ammoniak en vervliegt er dus minder stikstof. Doordat de koeien heel veel buiten lopen, stoten ze sowieso weinig ammoniak uit.”   

Zwanenbloem

Binding met de maatschappij

We vervolgen het gesprek in de boerderij. Op de keukentafel ligt een luchtfoto van het erf en de weilanden, met daarop tentjes ingetekend. “Er komt volgende week een introgroep van een studievereniging van de TU Delft kamperen”, verklaart Bas. Het is tekenend voor hoe de familie zoveel mogelijk aansluiting probeert te zoeken met de samenleving. Dat begint al bij het kinderdagverblijf dat op de boerderij is gevestigd. Dat educatieve deel was ook een van de redenen voor Bas om - na wat omzwervingen via verschillende studies en een baan als docent- op zijn 30ste terug te keren naar het boerenbedrijf. “Ik wilde eigenlijk geen boer worden, maar toen mijn ouders bezig waren met bedrijfsovername door iemand anders, begon ik te twijfelen. Als het bedrijf wordt overgenomen, gaat ook de boerderij, deze hele plek weg uit het gezin. Dan kan ik er ook niet meer zomaar langskomen. En het is toch wel een prachtige plek om te wonen en te werken, dus na een goed gesprek met mijn vrouw en later met mijn ouders, heb ik besloten toch mijn vader op te volgen.”

De juiste consument opzoeken

Bas loopt nu enkele jaren mee met zijn vader en probeert intussen nieuwe takken te starten, zoals het zelf maken en verkopen van kaas. Juist met die verbreding en de binding met de maatschappij denkt hij ook in de toekomst een natuurvriendelijk én economisch gezond bedrijf te kunnen runnen. Ook voor andere boeren, die door de stikstofcrisis met een kleiner bedrijf een zelfde inkomen moeten zien te halen, is dit volgens hem een uitweg. “Wat je vaak hoort in de discussies rond inkrimping van de veestapel, is dat we minder moeten gaan produceren voor de wereldmarkt en meer voor de lokale markt, met een betere prijs. Je moet dan als boer de consument opzoeken die bereid is een hogere prijs te betalen voor wat jij doet. Ze betalen niet alleen voor de kaas, ze betalen voor landschapsbeheer met weidevogels en koeien, wat die kaas als eindproduct heeft. Die mensen moet je in de omgeving zoeken, zij profiteren van de natuur en het mooie landschap dat je als boer creëert. ”

Met duidelijk perspectief kan het

Bas kijkt dus graag naar de mogelijkheden en is niet bepaald een protestboer. Ook ziet hij de noodzaak om het landbouwsysteem te hervormen. “Kijkend naar wat er nog op ons afkomt qua droogte, klimaatverandering en waterkwaliteit, denk ik dat we er als sector niet aan ontkomen om iets te doen aan de manier van veehouderij”, zegt Bas. “Maar ik hoop dat er dan wel een duidelijk beleid komt voor de lange termijn, waardoor boeren zekerheid hebben en investeringen kunnen doen om op het gewenste punt uit te komen. Daarvoor hebben we beleid voor de komende 20 à 30 jaar nodig”, aldus Bas. Ondanks de roerige periode waarin hij het bedrijf overneemt, ziet hij de toekomst wel zonnig in. “Ik denk dat wij al heel goed bezig zijn met een behoorlijk gesloten kringloop, voer van eigen bedrijf, mestafzet op eigen bedrijf. En ook de andere takken binnen het bedrijf, om het ook economisch haalbaar te maken. Ik denk dat een bedrijf als de onze de toekomst heeft.”   

dr. Adam van der Velden Msc