Woningnood onder zeldzame draaihals – 60 nestkasten opgehangen in Gelderland
Miereneters zijn het, deze ernstig bedreigde spechtensoort die overwintert in Afrika. Vanaf de tweede week april keren de eerste draaihalzen weer terug, om hier te broeden. De meesten arriveren in mei. Het is een bijzonder spechtje – formaat mus, maar slanker met een bruin gecamoufleerd verenkleed. De draaihals dankt zijn naam aan zijn flexibele hals. Waarom gaat het niet goed met deze vogel en wat kunnen we doen om het leefgebied van de draaihals te verbeteren? En hoe kan het dat de komst van de wolf hier mogelijk bij helpt?
En dan te bedenken dat de draaihals ooit een plaag was voor koolmezen en andere nestkastbroeders. In het begin van de 20e eeuw waren ze op delen van de Veluwe even algemeen als de zwartkop en de fluiter, talrijker dan de boomklever en de grote bonte specht. Kraakten de nesten van mezen, terwijl je nu bijna het omgekeerde zou willen. De draaihals kampt namelijk met mieren- en woningschaarste.
Zweeds ontwerp
Draaihalzen kunnen zelf geen nesten maken, ze zijn afhankelijk van natuurlijke holtes in oude berken op de heide – oude onbewoonde nesten van grote bonte spechten. Of van nestkasten naar Zweeds ontwerp: formaat mezenkast met een frontje van berkenhout. Het ontwerp en de afmetingen zijn afkomstige van het draaihalsproject in Zweden, waar ze met deze nestkasten werken.
Wat zijn geschikte nestlocaties?
Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland. Zij zijn als specialist aangehaakt en doen straks ook het onderzoek naar de bezetting en het broedsucces in de geplaatste nestkasten. Vooraf aan het ophangen van de nestkasten hebben zij een geschiktheidscheck gedaan: aan de hand van eerdere waarnemingen van zingende draaihalzen of broedende draaihalzen over de hele Veluwe en Achterhoek, zijn de locaties bekeken.
Boswachter Mirte Kruit, trekker van dit project: “Er is vooraf een rondje gedaan om de locaties ter plekke te bekijken. Daar is per plek gekeken naar wat een geschikte boom is en wat een geschikte leefomgeving is waar die nestkast het beste opgehangen kan worden. En ook waar op de heide zoveel mogelijk variatie aanwezig is, met wat mul zand en mierennesten. Het liefst een beetje geaccidenteerd en gevarieerd terrein. Bij een bomengroepje op de heide en anderen aan de bosrand van de heide. Niet te dicht bij een wandelpad, dat is ook belangrijk.”
Het project, gefinancierd door provincie Gelderland, valt onder de subsidie ‘prioritaire soorten’. Een speciale subsidie voor soorten die die dreigen te verdwijnen en waarmee het slecht gaat in Gelderland.
60 nestkasten voor 9 natuurgebieden in Gelderland
De afgelopen maanden hebben vijf vrijwilligers van Natuurmonumenten zich wekelijks ingezet om deze 60 nestkastjes naar Zweeds ontwerp te bouwen. De draaihalsnestkasten zijn voor 80% gemaakt van hergebruikt onbehandeld hout, een frontje met de invliegopening van een gezaagde berkenstam met bast en een spanband voor de bevestiging aan de boom.
Vrijwilliger Jan Jansen en Tonnie Gerritsen, hebben samen – coronaproof natuurlijk - in de werkplaats op het erf de Groote Modderkolk in Loenen met veel plezier 30 nestkasten gemaakt. Jan Jansen: “Ik ben gek op vogels. Door het timmeren van de nestkastjes voor de draaihals, vergroten we de nestgelegenheid voor deze bijzondere vogel. Daar werk ik graag aan mee. Het is voor mij een onbekend vogeltje, ik heb er nog nooit een gezien. Dat fascineert mij dan.”
De nestkasten zijn in afstemming met Sovon verdeeld over negen natuurgebieden van Natuurmonumenten op de Veluwe en de Achterhoek: Planken Wambuis, Leuvenumse bossen, Hoeve Delle, Ramenberg, Reeënberg, Bergherbos, Korenburgerveen, Grote Veld en Mentink.
Nestkasten ophangen voor de draaihals
Het is een mooie zonnige dag als we op pad gaan om de draaihalsnestkasten op te hangen in de Loenense bossen: Hoeve Delle, Ramenberg en Reeënberg. Samen met boswachter Ellen ter Stege en vrijwilligers Jan Jansen en Tonnie Gerritsen rijden we met de bus rond, op zoek naar de plekken die met stippen op de kaart door Sovon zijn gekozen.
De betreffende boom wordt zorgvuldig uitgezocht, de invliegopening gericht op de heide en het zonlicht helpt bij het bepalen van de windrichting – op het oosten. Voor het vervolgonderzoek krijgt elke nestkast een nummer en wordt de GPS-locatie vastgelegd. Voordat de nestkast wordt opgehangen wordt deze nog gestoffeerd met zaagsel. Alles om de draaihals het zo geriefelijk mogelijk te maken. Een verlaten spechtennest heeft natuurlijk ook niet zo’n een vlakke bodem als die van een nestkast. Ondertussen worden we getrakteerd door het uitbundig gefluit van mezen, vinken en boomklevers en rondfladderende citroenvlinders en een dagpauwoog.
Als ik Tonnie vraag of hij een speciale band heeft met deze vogel? En of hij de draaihals wel eens heeft gezien, is zijn reactie: “Ja, dat heb ik en wel in mijn eigen tuin. Twee keer zelfs - kort achter elkaar - maar nu komt het: dat is 35 jaar geleden! Het is net een musachtig vogeltje, bruin en heel klein. Ik zat binnen en dacht wat doet die mus raar, het bleek dus de draaihals te zijn.”
De nestkasten voor de draaihals worden met opzet pas in de laatste twee weken van april opgehangen. Dit omdat de draaihals relatief laat terug komt vanuit Afrika en anders worden deze nestkasten al gekaapt door andere vogelsoorten die erin gaan zitten broeden.
Geen mieren, geen jongen in de nestkast
“De draaihals eet mieren, en eigenlijk alleen maar mieren. Op Planken Wambuis zijn veel nesten van grondmieren gevonden”, vertelt Ellen ter Stege. “Het zijn vooral gele weidemieren en zwarte wegmieren die ze eten. Over het algemeen mieren die in de bodem leven.” Draaihalzen hebben een lange kleverige tong waarmee ze in de mierengangen moeilijk bereikbare mieren, larven en poppen kunnen halen.
Mirte Kruit: “Dus niet die grote zwarte of rode bosmier. Het gaat echt om die kleine miertjes, die komen op de heide voor. Maar daar gaat het ook niet zo goed mee. Verzuring door de grote hoeveelheid stikstof uit de lucht, speelt een belangrijke rol. De verdroging ook. Die twee zijn toch wel groot en belangrijke factoren voor het verdwijnen van deze grondmieren. Kijk, je kunt wel een heel leuk huisje maken voor de draaihals, maar als je daar vervolgens geen eten hebt staan, dan houdt het daarmee ook op!”
Wanneer broedt de draaihals?
Als de draaihalzen vanuit Afrika weer terugkomen in Nederland beginnen ze eigenlijk gelijk met paarvorming. Zowel het mannetje als het vrouwtje roepen, vaak in duet. “Er wordt letterlijk en figuurlijk gepaard”, vertelt Mirte. “En dan begint het eieren leggen natuurlijk.” In het broedseizoen, mei-juni, kunnen de draaihalzen één tot twee broedsels per jaar hebben. Na 11-14 dagen komen de jongen uit het ei en na 20-25 dagen vliegen ze uit. Vanaf half augustus tot ver in oktober vertrekken ze weer naar Afrika.
Aanvullende maatregelen?
Naast de inzet van Sovon voor het bepalen van meest geschikte nestlocaties en de inventarisatie van de bewoning van de nestkasten, vallen onder het project ook maatregelen om de voedselbeschikbaarheid en natuurlijke nestgelegenheden te verbeteren. “Zoals de aanleg van kleinschalige akkertjes op de heide om het leefgebied van de grondmieren te verbeteren en het ontwikkelen van berkenstruweel”, vertelt Ellen ter Stege.
“We moeten natuurlijk ook denken aan de lange termijn, waar berkenbosjes mogen ontstaan, met ook die toekomstbomen voor de draaihals. Een heidelandschap met meer afwisseling, met een mix van hier en daar wat bomengroepjes, wat jonge boompjes en oude berken die aan het aftakelen zijn. Dood hout is ook heel belangrijk op de heide, want daar gaan ook mierennesten in zitten”, zegt Mirte.
Invloed van de wolf op schapenbegrazing gunstig voor draaihals?
In de Leuvenumse bossen, het werkgebied van Mirte Kruit, lopen ze al wat vooruit met de aanleg van kleinschalige akkertjes op de heide. Met de terugkeer van de wolf hebben ze het begrazingsbeheer aangepast. “De schapen staan daardoor – om ze te beschermen – op een aantal locaties in een speciale nachtkraal, voor een langere periode. Dus krijg je daar ophoping van mest. En die locaties richten we nu in als tijdelijke akkers, waar we een mengsel inzaaien waar een heleboel insecten op afkomen en dat is dan ook weer voedsel voor vogels”, vertelt Mirte. “Dit soort akkers hoeven niet elk jaar omgewerkt te worden en we vermoeden dat deze ook heel aantrekkelijk zijn voor grondmieren om zich hier te vestigen.”
“Akkers die als een soort van lappendeken over het heidelandschap komen te liggen. De terugkeer van de wolf dwingt ons om toch wat aanpassingen te maken in ons beheer op schapenbegrazing van de heide - de schapen die ons helpen om de heide open en gezond te houden. Dat zou een mooie winst kunnen betekenen door de komst van de wolf op het voedselaanbod voor de draaihals.”
Hoe kun jij de draaihals helpen?
De draaihals is heel erg verstoringsgevoelig! En in het broedseizoen zijn deze vogels extra kwetsbaar. Blijf bij je bezoek aan de natuurgebieden op de paden tijdens je wandeling of fietstocht, als baasje houd je hond aan de lijn en laat je geen afval achter.
Mirte Kruit: “Helaas zijn er een paar voorbeelden van de afgelopen paar jaren, waarin mensen zo heel graag deze vogel op de foto willen hebben dat ze de veiligheid van de omgeving van het nest te ernstig verstoren. En dat de ouders daardoor de jongen niet voldoende konden voeren. De jongen het daardoor niet hebben gered. We hebben ook wel geprobeerd de nestkasten zo op te hangen, voldoende van de paden vandaan. Maar dan is het ook wel van belang dat de mensen op de paden blijven!”
Kom zelf in actie
Er heerst meer woningnood onder dieren. Zo is een schrijnend tekort aan leefgebieden. Plekken waar vogels, kleine zoogdieren en insecten voedsel kunnen vinden, waar ze kunnen schuilen en een nest kunnen bouwen. Dat moet veranderen. En jij kunt helpen!
Ga naar Thuis voor dieren en vraag direct je insecten-red-pakket aan. Maak van je tuin of balkon een thuis voor dieren, met tips van boswachter Mathiska.