In de kraamkamer: de ree
Het is nog steeds broedseizoen! Inmiddels groeit en bloeit van alles, is het weer redelijk zacht en zijn de dagen lang. Een mooie tijd om op te groeien. Dat geldt ook voor reekalfjes in de natuurgebieden van Natuurmonumenten, zoals de Loonse en Drunense Duinen. Mei en juni zijn namelijk dé kraamkamermaanden van de ree. Na de geboorte ligt een reekalf alleen en stil in het hoge gras. Moeder ree – de reegeit – komt om de paar uur langs om het reekalf te laten drinken. Omdat het reekalf nog geen geur heeft, is het beschermd tegen natuurlijke vijanden zoals de vos. Zie je een reekalfje liggen, raak het dan niet aan. Want als het eenmaal naar ‘mens’ ruikt, blijft de moeder weg… Natuurlijk ben je nog steeds welkom in de natuur, maar we vragen je wel om rekening te houden met de dieren die nu druk bezig zijn met paren, baren en broeden. Want: de kraamkamer van Moeder Natuur is nu erg kwetsbaar.
Spiegeltje, spiegeltje
Reeën komen overal in Nederland voor. Ze leven op plekken waar het rustig is, waar ze genoeg te eten hebben en waar ze beschut kunnen staan. In de zomer heeft een ree een zandgele tot roodbruine vacht. In de winter draagt de ree zijn wintervacht, die grijsbruin tot zwart is. Het achterwerk is witgeel. In de winter valt dat het beste op. Deze vlek noemen we de ‘spiegel’. Een ree heeft geen staart en is eenhoevig: onder beide middelste tenen zit een hoefje. Verder krijgt het mannetje – de reebok – ieder jaar in de winter een nieuw gewei, dat tussen oktober en januari wordt afgeworpen en er weer een nieuw gewei begint te groeien.
Voortplanting
De voortplantingscyclus van een ree duurt bijna een jaar. Juli en augustus zijn de maanden waarin de paring plaatsvindt. De bok snuffelt aan de geit en rent rondjes achter haar aan. Eind december, na een verlengde draagtijd, komt het embryo pas tot ontwikkeling. Mei en juni zijn de geboortemaanden. Meestal krijgt de reegeit een tweeling. De kalfjes liggen op een verdekte plaats, zo’n twintig meter uit elkaar, op de grond. Per dag worden de jonge reekalfjes zes tot tien keer een aantal minuten gezoogd; als ze wat ouder zijn gebeurt dat nog twee tot drie keer per dag. De rest van de tijd zijn de reekalveren alleen. Na 6-10 weken is de zoogtijd voorbij en na veertien maanden is het zelf geslachtsrijp.
Op kraamvisite
Wie op kraamvisite gaat, weet dat rust, hygiëne en een beetje afstand belangrijk zijn voor een kersvers gezin. De kraamkamer van Moeder Natuur vraagt om precies hetzelfde. Daarom vragen wij je om nu extra respectvol met de natuur om te gaan: blijf op de paden, houd de hond aan de lijn en laat geen afval achter. De wandelpaden en hondenloslooproutes door de Loonse en Drunense Duinen zijn zo aangelegd dat ze buiten de populaire rustgebieden van wilde dieren blijven. Op deze manier is er genoeg ruimte in de natuur voor zowel mens als dier!