Sayaquesa's in de winter
Er dwaalt een grote groep runderen door het Drents-Friese Wold. Door de sociale interactie en het graasgedrag houden ze het landschap open en gevarieerd. In de winter verandert hun gedrag; dan valt de kudde in groepjes uit elkaar en zoeken ze andere voedsel- en schuilplekken op
Kudde valt uit elkaar
Zoals voor veel dieren in de natuur is de winter een spaarzame periode. De stieren sparen hun krachten. Door de kudde te verlaten, hoeven ze de dames en andere stieren (potentiele rivalen) niet te imponeren. De rest van de kudde valt ook meer uit elkaar. Omdat de dieren meer moeite moeten doen om geschikt voedsel te vinden, gaan kleine groepjes hun eigen weg. En het dieet van voornamelijk gras wordt aangevuld met grover voedsel als struikheide, takken, bladeren en naalden van hulst, brem en grove den, maar ook eikels en sommige paddenstoelensoorten.
Zelfredzaam
Het Sayaquesa-rund is zelfredzaam. Ze zijn weinig eisend, weersbestendig en bestand tegen bittere kou. Bij slecht weer overnachten ze graag in de luwte van (bos)randen. Het liefst onder bomen die goed afwateren zoals fijnspar en beuk (in de zomer). Ze hoeven niet bijgevoerd te worden. Het zijn van origine geen hele vette of zwaarbevleesde runderen. Ze bouwen gedurende het groeiseizoen spiermassa en vet op. Hierop kunnen ze in de winter, maar vooral in het vroege voorjaar, interen. Ze krijgen in de winter een dikke vacht met veel langere haren.
Selectie
In het Drents-Friese Wold dwalen ongeveer tachtig dieren. Na de kalvertijd is dat er een flink aantal meer. In de herfst/winter worden de dieren geselecteerd om de aanwas te beperken. De dieren die ‘over’ zijn, worden elders ingezet of gaan naar de slager. De natuurvleespakketten zijn bij de verzorger van de kudde te bestellen. Natuurlijk gaan er ook dieren dood door een natuurlijke oorzaak. De veehouder is dan wettelijk verplicht het kadaver op te ruimen.