Ga direct naar inhoud
Nieuws

Meten is weten; grondwaterstand meten in Kempen~Broek

14 juni 2022 | Lucy van der Horst

“God schiep de aarde, behalve Nederland, want dat deden de Nederlanders zelf”, aldus een oude spreuk. Beetje bij beetje wisten ‘we’ de strijd tegen het water te winnen en de oppervlakte van ons land te verdubbelen door de aanleg van watergangen en dijken. Het water werd eeuwenlang dan ook als vijand gezien, een vijand die je moest beteugelen. Het water was men liever kwijt dan rijk. De voortschrijdende klimaatveranderingen maakt duidelijk dat een nieuwe waardering voor het water nodig is. Dat gebeurt onder andere in de gebieden van Natuurmonumenten in het Kempen~Broek.

Theo van den Berkmortel foto door Bob Luijks

Moeras

De naam Kempen~Broek verraadt al veel van zijn historie; broek betekent immers natte grond. Tot ongeveer 1930 bestaat vrijwel het gehele gebied ten westen van de lijn Weert-Stramproy uit moerassen en natte heiden. Alleen op de droogste delen zijn op dat moment een aantal productiebossen en kleine akkers aanwezig. Na 1930 verandert het landschap snel, mede vanwege het graven van nieuwe watergangen, zoals de Raam, en het rechttrekken van de Tungelroysebeek. Het water kan nu snel en efficiënt afgevoerd worden richting de Maas. Met het droogvallen van het gebied doet de landbouw zijn intrede. Alleen een deel van het Wijffelterbroek houdt stand, dat blijft simpelweg te nat.

Verdroging

De maatregelen van een kleine eeuw geleden leiden inmiddels tot problemen. Het klimaat is in die periode een stuk grilliger geworden. Langdurige warme, droge perioden worden afgewisseld door korte momenten van intensieve neerslag. Bij hevige regenval wordt het water dermate snel afgevoerd, dat het stroomafwaarts tot wateroverlast leidt, terwijl er bij droogte te weinig water overblijft. Dat zorgt voor verdroging van de natuur en problemen in de landbouw. Vrijwilligerscoördinator Theo van den Berkmortel ziet het met lede ogen aan: “De grondwaterstand daalt de laatste jaren steeds sneller. Als het water vervolgens in twee weken vijftien centimeter daalt, dan weet je dat het foute boel is.”

Theo van den Berkmortel door Bob Luijks

Theo van den Berkmortel

Theo werkte 48 jaar bij Natuurmonumenten en ging onlangs met pensioen. In die 48 jaar zag hij veel veranderen. Beken werden rechtgetrokken en later weer in hun oorspronkelijke bedding teruggelegd. Maar ook de gevolgen van de klimaatverandering: “Toen ik jaren geleden voorspelde dat er nooit meer een Elfstedentocht zou komen, werd ik uitgelachen. Nu wordt het steeds meer als feit gezien. Met de klimaatverandering verdwijnen er definitief planten- en diersoorten uit Nederland. Wanneer de ijsbeer dreigt uit te sterven, maakt iedereen zich daar druk over, maar niemand kijkt om naar het verdwijnen van tal van insecten in de eigen omgeving.”

Klimaatbuffer

Het Kempen~Boek heeft de laatste jaren een grote transformatie ondergaan. De van oorsprong natte kern van het gebied is nu weer grotendeels ingericht als natuurgebied en heeft de functie van ‘klimaatbuffer’. In een klimaatbuffer wordt het kostbare hemelwater niet langer afgevoerd, maar juist vastgehouden als een soort grote spons. Hierdoor voorkomt het gebied dat er elders wateroverlast ontstaat, maar vormt het tevens een buffer voor drogere tijden. Theo: “We zijn op de goede weg, maar de terugkerende droogte maakt duidelijk dat we er nog lang niet zijn en er meer maatregelen nodig zijn. Er wordt door ons mensen meer water gebruikt dan er beschikbaar is. Een lastige situatie, zeker in de landbouw, omdat water simpelweg nodig is om gewassen op gang te brengen.”

Waterpeilpunten

Natuurmonumenten beschikt over een meetnet van waterpeilpunten waarmee de waterstanden in het gebied gevolgd worden. Dat gebeurt op een drietal manieren: door het aflezen van peilschalen in open water, het manueel meten van peilbuizen en het uitlezen van automatische loggers in peilbuizen. Voor de eerste twee manieren meten acht vrijwilligers tweemaal per maand de grondwaterstand. “Dankzij de tomeloze inzet van deze vrijwilligers houden we zicht op de actuele watersituatie. Meten is immers weten. Wanneer het water snel daalt, kunnen we daarmee een signaal afgeven richting bijvoorbeeld de provincie. Op lastig bereikbare plekken maken we steeds meer gebruik van loggers. Deze meten doorlopend de waterstand. Tweemaal per jaar lezen we deze met een laptop uit.”

Theo is, ondanks zijn pensioen, nog lang niet klaar met Natuurmonumenten. “Over enkele maanden keer ik terug als meetvrijwilliger. Het monitoren van de waterstand is juist in deze periode van extremen te belangrijk.”

Iedereen kan bijdragen

Klimaatverandering en de beschikbaarheid van water is niet alleen een zaak voor Natuurmonumenten of landbouwers. Iedereen moet zijn steentje bijdragen. De meeste mensen wonen in de stad, waar veel van de openbare ruimte, maar ook tuinen verhard zijn. Het regenwater kan nergens heen en zorgt bij stevige regenval voor problemen. Het rioolstelsel raakt overbelast, straten overstromen. Wat in het Kempen~Broek gebeurt, kan iedereen in zijn tuin ook op kleine schaal doen. Koppel de regenpijpen niet langer aan de riolering, vervang tegels door groen en vang het regenwater op in een regenton of laat het de tuin in lopen. De tuin als klimaatbuffer! Tegelijkertijd moeten we ook proberen minder water te verspillen door bijvoorbeeld de tuin te besproeien. Het dorre gras wordt vanzelf weer groen. Kies daarnaast voor planten die tegen een stootje kunnen. Bijkomend voordeel: je hebt er minder werk aan.  

 

 

klimaatbuffer - bob luijks

Stramprooier Heide

Tekst en foto's door Bob Luijks

Boswachter communicatie en beleven Yvonne van Moll
Lucy van der Horst