De Nederlandse vlag op elke akker
Boswachters in Twente gaan zich hard maken voor meer akkerkruiden tussen de granen en starten met een visie speciaal voor akkers. Klaproos, kamille en korenbloem, rood-wit-blauw als de Nederlandse vlag moeten op z’n minst voorkomen in elke akker.
Doelgericht aan het werk
Annemieke Ouwehand, boswachter ecologie: “We gaan per perceel in beeld brengen welke natuurpotenties er liggen. Vervolgens maken we hierover specifieke beheerafspraken. Dit doen we omdat de akkerkruiden erg onder druk staan. Vroeger troffen we 120 wilde plantensoorten tussen de granen aan. Nu zijn dat 20 soorten. Daarnaast hebben bijna 90 soorten akkerplanten nu een beschermde status. Het is kritiek”.
Inventariseren
Een team van kenners inventariseerde in het Hazelbekke en Molterheurne de aanwezige akkerkruiden. Gele ganzenbloem, slofhak en akkerviooltje waren aanwezig maar andere bijzondere akkerkruiden zoals korensla, bleekgele hennepnetel en glad biggenkruid lieten zich niet zien. Akkerkruiden zijn vooral achteruit gegaan door de huidige intensieve landbouw en betere technieken voor het opschonen van zaden. Hierdoor komt er geen andere begroeiing meer voor tussen de granen. Bovendien zorgen meststoffen, een grote gewasdichtheid en chemische gewasbeschermingsmiddelen ervoor dat akkerkruiden geen kans krijgen.
Historie als leidraad
Akkers die allemaal hetzelfde zijn passen niet in het kleinschalige landschap van Twente en dragen niet bij aan variatie. De visie gaat zich richten op diversiteit. Op verschillende plekken komen zomergranen (gerst of haver) en op andere wintergranen (tarwe of rogge). In de zomerakkers zie je andere soorten akkerkruiden dan in de winterakkers. We nemen ook de historische context mee: Zijn het altijd al akkers geweest? Zo ja, wat groeide daar?
Inkomsten en ideaalbeelden
Kruidenrijke akkers, en dan met name het instandhouden daarvan, is moeilijk. Wij hebben niet in alle gevallen de juiste kennis in huis om er een goed oordeel over te kunnen vellen. Daarnaast gaat het om langjarig beheer dat in de meeste gevallen door derden uitgevoerd wordt, bijvoorbeeld pachters. Voor hen is opbrengst van het gewas belangrijk. Natuurmonumenten ziet als ideaalbeeld een grote diversiteit in akkerkruiden en de dieren die ze aantrekken maar ook de mogelijkheid om de granen te gebruiken op een boerenbedrijf. In de visie nemen we dat ook mee.
Hulptroepen
Gelukkig maakt Natuurmonumenten gebruik van kennisgroepen en deskundigen. Daardoor is voor een aantal percelen duidelijk in de toekomst welke potenties voor kruidenrijkdom er liggen. In 2014 onderzocht een extern adviesbureau al een aantal graslanden en akkers. Deze adviezen pakken we zorgvuldig op. Zo is het inzaaien van akkerranden met akkerkruidenmengsel een secuur werkje.
Financiële ondersteuning
In Twente heeft Natuurmonumenten zestig akkerpercelen. In dertig van deze percelen zijn specifieke akkerkruiden aanwezig, deze zijn SNL waardig. Dit houdt in dat we voor deze akkers subsidie krijgen voor het beheer. Het is ons er alles aan gelegen om de diversiteit in akkerkruiden te houden zodat we deze financiële ondersteuning voor het beheer blijven houden. Een goede leidraad voor de toekomst is daarbij noodzakelijk.