Ga direct naar inhoud
Nieuws

Natuurgeheim van de Vechtplassen

09 december 2021 | Maxim van Vliet

Deze zomer was het maar liefst twee maal raak! Op een korte vakantie in Friesland zag ik op twee verschillende plekken een otter te water gaan. Het silhouet, de typische manier van lopen, de grootte van het dier: alles wees erop dat ik toch écht dit mysterieuze beest had gespot. Een waarneming waar de boswachters in de Vechtplassen jaloers op zouden kunnen worden. Niet omdat er geen otters in de Vechtplassen voorkomen, maar omdat ze zich niet of nauwelijks laten zien. Door hun verborgen leven hebben hier maar weinig mensen de eer om dit dier te mogen ontmoeten. Toen afgelopen jaar, tijdens de eerste vaarexcursie op de Ankeveense Plassen, de vaargids een otter voorbij zag zwemmen, haalde dat de krant. Het is duidelijk: otters zijn één van de grootste natuurgeheimen van de Vechtplassen.

Otter

Dat de otter onzichtbaar blijft is niet zo vreemd: het is een nachtdier. Als wij overdag door de natuurgebieden wandelen, ligt de otter lekker uit te rusten in het riet, in struwelen of in een boomholte. ’s Nachts struint hij de oevers af op zoek naar vis, maar ook amfibieën, watervogels, ratten en rivierkreeften lust hij. In troebel water kan hij de vissen niet zien, maar voelt hij met zijn snorharen waar de vissen zwemmen. Heeft hij het geluk om een grote vis te vangen, dan klemt hij deze tegen zijn borst en gaat aan land om de vangst te verorberen. Voor kleine visjes neemt hij niet de moeite om het water uit te komen.

Als de otter zó in het geniep leeft, hoe weten onze boswachters dan dat er otters in de Vechtplassen zijn? Daar zijn duidelijke aanwijzingen voor! We kunnen zoeken naar wissels (plekken waar otters in en uit het water gaan), afgekloven vissenkoppen of ottersporen in de sneeuw, maar het speuren naar otterpoep loont meer. Otters gebruiken hun drollen, spraints genoemd, om hun territorium te markeren. Die spraints liggen vaak op een verhoging en kunnen flink stinken naar een koeienstal. Door gevonden spraints te laten onderzoeken op DNA komen we meer over deze otters te weten. Een andere hint is als er in nabijgelegen gebieden otters worden waargenomen: in ons geval in het Naardermeer. De meest duidelijke aanwijzing is niet alleen glashelder, maar ook intens verdrietig: meer dan honderd keer per jaar wordt er in Nederland een doodgereden otter langs de weg gevonden. Vorig jaar sneuvelde er nog een vrouwtje op de A1 bij het Naardermeer.

Die trieste verkeersongevallen hebben alles te maken met het uithuizige karakter van de otter. Op zoek naar voedsel, een nieuw leefgebied of een nieuwe partner kunnen otters behoorlijk wat kilometers afleggen. Tijdens hun nachtelijke struintochten trekken ze van het ene naar het andere natuurgebied, waarbij ze op verschillende obstakels als wegen en bruggen stuiten. Verkeersongevallen tot nul reduceren is ingewikkeld, maar we kunnen absoluut otterlevens redden door faunapassages aan te leggen. Dat kunnen grote verbindingen zijn, zoals onder de N236 tussen het Naardermeer en de Ankeveense Plassen, maar ook kleinere passages als de Gele brug in Ankeveen. Eén ding is zeker: hoe meer faunapassages er in ons gebied komen, hoe groter de kans dat jij een keer oog in oog komt met hét natuurgeheim van de Vechtplassen.

Boswachter Olga Ekelenkamp
Maxim van Vliet