Nat voorjaar gunstig voor broedsucces kraanvogels
De omstandigheden zijn dit jaar gunstig. Het begint met een kleddernat voorjaar. In mei en juni wordt het snel droger, maar gelukkig valt er geregeld een fikse bui. In juli vallen steeds meer plassen droog en verdwijnt veel open water. Op de lage delen in het hoogveen en ook in de randzone staat op veel plaatsen nog wel water. Kraanvogels zijn als grondbroeder afhankelijk van veilige broedplaatsen en dus een hoge waterstand.
Ondanks dat kraanvogels zich wel iets aanpassen aan mensen, blijven ze schuw en zeer behoedzaam in de broedtijd. Het getetter ’s ochtends vroeg verraadt ze, maar ook daarmee zijn ze niet te scheutig. Veiligheid voorop in de tijd dat ze broeden en kuikens groot moeten brengen. De ouders waken van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Na een verstoring gaat de familie op zoek naar een andere, rustige plek.
Er is dit jaar één paar dat beide grote kuikens op de leeftijd van acht en negen en halve week weken verliest. Dat is zuur, maar ook verklaarbaar. Het paar zit ‘opgesloten’ in een klein gebied voor de uitkijktoren waar het in juni snel droog wordt. Ook het paar met één kuiken verliest het kuiken na vijf weken. Dit paar heeft in negen jaren nog nooit een kuiken groot gebracht. Bij de andere paren verloopt het voorspoedig en eind juli zijn zeven kuikens vliegvlug.