Stuifzand als kustverdediging in Springertduin
In Springertduin, op de kop van Goeree, worden binnenkort werkzaamheden uitgevoerd om zowel de kustverdediging als de natuur te verbeteren. Hiervoor worden kerven in de duinen aangebracht waardoor het zand weer naar achterliggend gebied kan doorstuiven. Boswachter Mathieu Ogay van Natuurmonumenten schreef een artikel om uit te leggen hoe dit werkt, en waarom het zo belangrijk is. Lees het artikel hier.
Al sinds mensenheugenis leeft Nederland met een machtsstrijd tussen land en water. Land winnen uit water, en de verdediging ervan, heeft Nederland haar huidige contouren gegeven en daarmee de kennis over watermanagement tot belangrijk exportproduct gemaakt. Nederlandse deskundigen op het gebied van watermanagement werken wereldwijd aan kustbescherming op basis van plannen die in Nederland zijn ontwikkeld en uitgerold. Toch staat Nederland tegenwoordig opnieuw voor een uitdaging: klimaatverandering. Is de “traditionele” kustbescherming zoals we die uit het Deltaplan kennen wel voldoende om onze droge voeten te behouden? Gaan hoge asfaltdijken en sluiscomplexen ons land beschermen tegen de krachten van de natuur, of wordt ook “Moeder Natuur” onze bondgenote? In Springertduin op Goeree-Overflakkee slaan Natuurmonumenten en het waterschap Hollandse Delta de handen ineen voor een nieuwe aanpak: dynamisch duinbeheer. Want een goed ontwikkeld, dynamisch duingebied heeft meer te bieden dan biodiversiteit, natuurpracht en recreatiemogelijkheden. Het blijkt een uitstekend middel te zijn voor kustbescherming.
De term viel al even: dynamisch duinbeheer. Een term die eigenlijk tegen de haren instrijkt van het traditionele duinbeheer dat in Nederland de norm vormde, en vaak nog steeds vormt. Om duinen te beheren is eigenlijk altijd gekozen voor vastlegging. Een vorm van beheer die altijd prima heeft gewerkt en ons sterke en solide duinen heeft opgeleverd. Echter heeft het één belangrijk nadeel. Het maakt natuurlijke groei van duinen onmogelijk. Door (of dankzij) het helmgras, dat keurig in rijen is aangeplant, blijft het zand netjes liggen. Geen natuurlijk zandtransport of verstuiving van strand tot achter de zeereep. Het zand stagneert en vormt hooguit aan de zeekant embryonaal tot jong duin. Het kalkrijke zand, waar we in Zuid-Holland mee te maken hebben, weet het achterliggende duingebied niet meer te bereiken.
Dat veroorzaakt meerdere problemen. Dat kalkrijke zand is belangrijk, want onze duinen in het zuiden van Nederland zien er anders uit dan de duinen in het noorden van het land. De grens ligt, om precies te zijn, bij Bergen aan Zee in Noord-Holland. Het noorden bevat kalkarm zand, afkomstig uit zee. Het zuiden kent kalkrijk zand, grotendeels afkomstig uit de rivieren. Dit is natuurlijk te danken aan de delta waarin de rivieren met water en zand vanuit het Europese binnenland uitmonden. Door de verschillende soorten zand ontwikkelen zich verschillende soorten natuur. In de kalkarme noordelijke duinen zien we veel heide; in het kalkrijke zuiden juist veel “grijs duin”.
Nederland heeft de internationale verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en het behoud van het doelhabitat “Grijze duinen”. Eén van de plekken waar aan dit doel gewerkt wordt is Springertduin, deel van de Duinen van Goeree en gelegen tegen aan Brouwersdam. Dit deel van de Duinen van Goeree is een stuk minder dynamisch dan bijvoorbeeld de Kwade Hoek, gelegen nabij de Haringvlietsluizen. Natuurmonumenten beheert duinen als geheel en streeft naar een mozaïek van onder andere hoogdynamische aangroei en duingraslanden. In Springertduin wordt gewerkt aan grijs duin en een open duinlandschap. Maar door stikstofdepositie, een afgenomen graasdruk, het vastleggen van de zeereep en successie groeide de duinen van Springertduin langzaam dicht. Om het landschap te herstellen werd in 2016 gestart met een duinherstelproject, dit in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Tijdens dit project werd 30 hectare aan duindoorn, meidoorn, braam en ander struweel verwijderd om grijs duin en halfopen duinlandschap te realiseren. Dit project was echter slechts stap één. Voor een goede ontwikkeling en duurzame instandhouding is doorstuiving van kalkrijk zand noodzakelijk. Kalkrijk zand vanuit de zee kan Springertduin weer doen veranderen in het typische grijs duinlandschap met de terugkeer van soorten als de kleine parelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan, nachtsilene, grote tijm, wondklaver en het kleurrijke duinviooltje.
De duinen van Springertduin groeien niet meer van nature in de breedte en zijn daarmee mogelijk niet toekomstbestendig. In Springertduin zien we, net als in veel andere gebieden, een smalle hoge zeewerende strook, met daarachter een veel lager gelegen duinlandschap. De hoogte van de zeewerende strook is ruim boven zeeniveau, maar de breedte maakt het duin als zeewering in de toekomst wellicht kwetsbaar. Om de zeewering ook in de breedte te verstevigen is groei van het achterliggende duin noodzakelijk. Op natuurlijke wijze kan dit alleen plaatsvinden als het zand ook vanuit zee achter de zeewering terecht kan komen. Om dit mogelijk te maken zijn kerven in het duin de oplossing. Kerven die met een schanseffect het kalkrijke zand over de zeewering heen sturen. Nieuwe kerven worden aangelegd en een bestaande natuurlijke kerf en natuurlijke stuifkuilen zullen worden gerevitaliseerd om de doorstuiving van zand te bevorderen.
Maar kerven in de duinen, is dat wel veilig? We hebben duinen immers niet voor niets hoog gemaakt en vastgelegd met helmgras. Het korte antwoord is: ja. De kerven in de duinen zijn superveilig. De kerven vormen namelijk geen gaten. Het zijn flauwe hellingen die oplopen tot een veilige hoogte. Water krijgt dan ook nooit de kans om het achterland te bereiken. Sterker nog: de kerven maken de duinen nog steviger. Dit omdat de golfslag op een flauw talud vanzelf uitdooft. Dit in tegenstelling tot een steil duin, waar de golfslag sneller erosie veroorzaakt. Daarnaast groeit het duin achter de zeewering verder dankzij het inkomende zand, waardoor de zeewering aanzienlijk sterker wordt.
Naast het belang voor de natuur en kustbescherming hebben onze duinen natuurlijk ook een andere belangrijke functie: recreatie. In de coronatijd bleek nog eens extra hoe belangrijk de natuurgebieden in Nederland zijn voor het vinden van rust, ontspanning en vermaak. Ook onze duinen werden druk bezocht door bezoekers die maar al te graag door de duinen struinen om even uit te waaien. Maar hoe combineer je dat met primaire kustverdediging en kwetsbare natuur? Ook op dit punt blijken verschillende doelen mooi samen te kunnen komen. Want zoals het er nu naar uitziet kunnen wij recreanten in zeker één van de kerven laten struinen. Dit biedt meer recreatiemogelijkheid en zorgt er bovendien voor dat de kerf open blijft en het zand door kan stuiven richting het achterliggende gebied. Wat dan weer goed is voor de stevigheid van de kustverdediging en de natuurontwikkeling. Een mooie win-win-win situatie zou je dus kunnen stellen.
Behalen van het beoogde natuurdoeltype, sterkere kustverdediging, recreatiemogelijkheden. Dat allemaal hand in hand met natuurlijke processen. Een project dat nog in de steigers staat, maar zeer waarschijnlijk komend jaar van start zal gaan. Voor meer informatie over dit project kunt u de mini-documentaire bekijken op www.wshd.nl/springertduinen. Heeft u vragen over natuur- en recreatievraagstukken in dit project? Neem contact op met Mathieu Ogay, boswachter bij Natuurmonumenten, via [email protected]. Wilt u meer weten over de bescherming tegen hoogwater? Neem dan contact op met waterschap Hollandse Delta via [email protected].