Bloembommetjes maken
Gooi eens een bloembommetje! Als je even niet oplet, krijg je op die plek een klein bloemenparadijs. En de beste bommen maak je natuurlijk zelf.
Met die bloembommen help je de natuur. Vroeger, toen je oma en opa nog klein waren, stond ons hele land vol wilde bloemen. Daar is nu geen plaats meer voor. En daarom zijn er ook veel minder vlinders, bijen en andere insecten. Daarom moeten we lekker veel bloembommetjes gaan maken en die op plekken neergooien waar we wel wat bloemen kunnen gebruiken. In de tuin, bijvoorbeeld. Of langs de sloot of in een pot op het balkon.
Zo maak je een bloembommetje
Bloembommetjes zijn balletjes van aarde, klei en bloemzaad. Hoe krijg je die?
-
Vul een kom voor de helft met aarde of tuingrond.
-
Doe hier wat bloemzaadjes en een brokje klei* bij.
-
Kneed de inhoud net zo lang totdat de aarde, het zaad en de klei helemaal gemengd zijn, eventueel met wat water erbij.
-
Rol van het mengsel 10 tot 15 balletjes  ter grootte van een stuiterbal. Laat de balletjes drogen.
Klaar!
*In de meeste klei die je bij speelgoed- en hobbywinkels koopt, zitten teveel chemische middelen. Dit is een voorbeeld van klei die je wel goed kan gebruiken. Heb je geen goede klei voor handen, gebruik dan wat extra water om de ballen goed plakkerig te maken.
Gooien maar!
Droog? Dan kan het bloembommen bombardement beginnen. En als het weer een beetje mee zit (zon en af en toe een lekker buitje), komen je bloemen binnen de kortste keren tevoorschijn.