Van ei tot vlinder, de oranjetip
Vanaf half april tot eind mei vliegen ze rond, de oranjetipjes. Je ziet ze fladderend boven vochtige graslandjes met bloeiende pinksterbloemen, niet ver van een bos of houtwal. Of gewoon in je tuin of in het park. Maar alleen als er genoeg pinksterbloemen te vinden zijn. Lees hier waarom het oranjetipje niet zonder dit tere plantje kan.
Rupsen van het oranjetipje eten vooral pinksterbloemen. Die vind je niet in een weiland waar alleen Engels raaigras mag groeien of in een berm, die te vaak of te vroeg gemaaid wordt. Dan maai je alle wilde bloemen weg, zoals de pinksterbloem. Daarom maaien we in natuurgebieden alleen als dat echt nodig is en pas na 15 juni. Planten moeten de kans krijgen te bloeien en zich te verspreiden. Zodat er ook volgend jaar genoeg bloemen met nectar en stuifmeel zijn voor insecten en planten om van te eten. Alleen dan heeft het oranjetipje kans om te overleven.
Maak van je tuin een thuis voor vlinders
Aan een strak gemaaid gazon hebben vlinders weinig. Laat daarom een stukje van je grasveld ongemoeid of maai wat minder vaak. In de loop van de tijd zal je dan steeds meer bloemen krijgen, zoals madeliefjes, paardenbloemen èn pinksterbloemen voor het oranjetipje. Als je maait, maai dan het liefst pas na half juni.
Vraag het insecten-actiepakket aan met gratis tuintips
De levenscyclus van het oranjetipje
Ei
Kort na de paring zet het vrouwtje tientallen eitjes af. Dat doet ze vooral op de bloemknoppen van de pinksterbloem. Meestal één eitje per plant. Eén pinksterbloem is precies genoeg voedsel voor één oranjetipje, niet voldoende voor alle broertjes en zusjes dus. De eitjes zijn eerst wit, later oranje. De eerste rups die uitkomt zal andere eitjes of rupsen opeten om z’n eigen overlevingskansen te vergroten.
Rups
De lichtgroene rups met kleine donkere stipjes eet eerst de bloemen op en vervolgens de hauwtjes. Omdat een rupsenhuid niet meegroeit, vervelt de rups vier keer. Na twee tot drie weken is hij volgroeid en klaar om te verpoppen.
Pop
Na de laatste vervelling verandert de rups in een pop; dat is het stadium tussen rups en vlinder. De pop eet niet en ziet er uit als een stekel aan een tak van een struik of boom. Daar brengt ze, perfect gecamoufleerd, de winter door.
Ontpoppen
Ondertussen voltrekt zich in de pop een wonderlijke metamorfose. Het larvelijf wordt afgebroken waarna er uit de bouwstoffen een vlinder ‘wordt opgebouwd’. Tussen april en juni barst de pop open en kruipt de vlinder eruit. De vleugels zijn nog opgevouwen en verfrommeld.
Vlinder
Eenmaal ontpopt, pompt het oranjetipje bloedvloeistof in de vleugels. Na een uurtje zijn de vleugels droog en kan ze op zoek gaan naar nectar. Haast is geboden. De vlinder leeft maar een paar weken en moet in die tijd paren, rijpen en eitjes af zetten. Op zoek naar een kersverse pinksterbloem!
Waar kun je oranjetipjes zien?
De grootste kans heb je bij vochtige, onbemeste graslandjes met bloeiende pinksterbloemen, vlak bij een bos of houtwal:
- Oud Groevenbeek
- Nationaal Park Dwingelderveld
- De Wieden
- Polders rond Rotterdam
- Korenburgerveen
- De Snippert
Kijk ook eens bij onze bloemrijke routes